Vroeger leefde men met de voortdurende aanwezigheid van de dood. Leven en dood hoorden bij elkaar. Na 1945 vond er een ontwikkeling plaats waadoor de dood steeds meer op de achtergrond kwam. Opbouw, vooruitgang op technisch, economisch en vooral op medisch gebied en een opbloeiend uitgaansleven maakten dat er een taboe ontstond rondom de dood. De paardenkoetsen werden lijkwagens en mensen werden niet meer thuis opgebaard. Men ging zich afsluiten van alles wat met de dood te maken had. De rouwrituelen, waarvan een sterk therapeutische werking uit ging, verdwenen.
Momenteel is de 'dood ' weer in, het taboe omtrent de dood is langzaam aan het verdwijnen. De kille zakelijkheid van de jaren zestig en zeventig is nu toch wel definitief doorbroken. Kunstenaars brengen ideeën in die bij vrijwel iedere fase in het stervens- en rouwproces gebruikt kunnen worden, zodat de herinnering aan de overledenen levend wordt gehouden. Musea halen allerlei voorwerpen die vroeger met de dood te maken hadden weer uit de depots. Ze zijn ten slotte een belangrijk onderdeel van ons culturele erfgoed.
Daarom hebben de nabestaanden rituelen nodig om afscheid te kunnen nemen van hun dierbaren. Maar rituelen geven ook de stervenden houvast bij hun loslaten van het leven. Geboren worden en sterven zijn beiden te beschouwen al overgang van het ene leven in het andere. Tussen deze twee toestanden bestaat een kritisch moment die door rituelen overbrugd moeten worden.
Ik wil ook graag mijn steentje bijdragen aan het opnieuw invullen van rouwrituelen omtrent de dood.
Een Christelijk gebruik. Familie en vrienden gingen om de kist zitten om te bidden.
De dode werd gewassen en gekleed door de naaste buren of door vaste aangewezen personen.
Heel vroeger droeg men een linnen lijkhemd.
Het dragen van rouwkleding was aan vaste regels onderworpen. De rouwplicht voor vrouwen was in de hele wereld zwaarder dan voor mannen. De oorspronkelijke kleur was wit maar in 1498 veranderde dit door Anna van Bretagne (na de dood van Karel VII) in zwart. Men ging ook rouwsieraden dragen. Gevlochten horloge- halskettingen en oorbellen van haar van de overledene en broches met prachtige haarkunstwerkjes. Men droeg ook broches met een foto. Iedere klederdracht in Nederland had zijn eigen rouwkleding.
Dit werd gedaan door een doodslantaarn naast de deur te hangen. De buren (vooral op het platteland) gingen op pad om de doodstijding aan te zeggen. In de stad had men een vaste aanzegger. In 1966 kwam dit nog wel voor.
Het primitiefste is de plank. In de literatuur worden kisten en planken voor het eerst genoemd door Gregorius van Tours (538-594). De armen werden in stro gewikkeld, de rijken kwamen in stenen kisten in de kerk. In de 14e en 15e eeuw wilden meer mensen in een kist begraven worden. In die tijd bestonden kisten meestal uit ruw hout. De doodskist werd iets normaals in het straatbeeld omdat ze gewoon op een handkar door de straten vervoerd werden.
Dit waren meestal eigen bloedverwanten. Ook nu wordt nog vaak de kist door familie of vrienden ten grave gedragen.
In de 17e eeuw ging men in de grote steden het tijdstip van begraven regelen. De begrafenissen die plaats vonden bij avond verdwenen in 1828.
Het luiden van de klok werd bedoeld als zuivering van de lucht. De boze geesten werden door het lawaai geweerd. In veel dorpen wordt de klok nog geluid als iemand begraven wordt.
Vroeger liep men 3 maal om het kerkhof om de gestorvene veilig over de gevaarlijke zone tussen sterven en begraven te begeleiden.
Er zijn niet veel oude grafstenen meer. In de loop der jaren zijn er veel geruimd. Er zijn nog wel enkele praalgraven. Dit zijn vaak, in marmer uitgevoerde, graven die bovenop grafkelders liggen. De arme mensen hadden meestal geen grafmonument deze waren alleen voor de rijken. Lange tijd maakte men standaard stenen. Tegenwoordig wil men weer een aparte steen of tekst.
Deze symboliek heeft een godsdienstige achtergrond. Het gaat terug tot de prehistorische mens. Symbolen kon namelijk iedereen begrijpen. Een veel voorkomend symbool is de vlinder: De overgang naar een beter leven. De vlinder is het symbool van de ziel die zich bevrijd van het stoffelijk omhulsel en vrij opstijgt naar de hemel. De treurboom: Symbool van rouw en verdriet. Geknakte roos: Symboliseert het verwelkte lichaam.
De oudste zijn meestal de eenvoudigste. Vaak waren het de dominee en de onderwijzer die de teksten ontwierpen. De mensen zelf waren niet geletterd.
Rouwfoto’s bestaan al sinds 1843. In die tijd werd er een foto van de overledene gemaakt. Kinderen werden vaak afgebeeld alsof ze nog leefden. Na de 2e wereldoorlog werd dit niet meer gedaan. Momenteel is de rouwfotografie weer in opkomst.
Het is nu 2021 en er is veel veranderd in het begrafeniswezen. De dood wordt langzaam maar zeker meer bespreekbaar. Mensen kunnen hun eigen wensen meer en meer aangeven. Er is zelfs een tijdschrift dat, zoals ze het zelf zo mooi noemen, met je meeleeft. Deze gaat niet alleen over dood maar juist over het leven met dood, verlies en herinneringen als onvermijdelijke momenten daarin. Het blad heet ‘to Be’ en komt 2 x per jaar uit. www.tobemagazine.nl. Ook de mogelijkheden inzake de uitvaart en alles hieromheen is enorm. Daarom raad ik iedereen aan die hier meer informatie over wil het verzamelboek "voor Altijd" van Edith van der Broek aan te schaffen. Hier staat een schat aan informatie in. ISBN nr. 978 90389 1919 5
De landelijke maar ook de plaatselijke uitvaartcentra houden steeds meer open dagen, deze worden meestal in de plaatselijke kranten vermeld. In Amsterdam is een uitvaartmuseum Tot Zover. Deze is gevestigd op begraafplaats, crematorium en gedenkpark De Nieuwe Ooster. Dit alles is bedoeld om de dood en alles hieromheen voor mensen laagdrempelig te maken.
Geboren: | 22-02-1955 |
Adres: |
Boekhors 17
9608 PW Westerbroek |
Telefoon: | 050-5420032 |
Mobiel: | 0646023887 |
Website: | creatievekunst.com |
2002 /2004 |
Kaderopleiding beeldende vorming
Kunstencentrum Groningen |
2004 /2012 |
Textiel -atelier
Kunstencentrum Groningen |
2014/2015/2016 | Kunst opleiding “Meer dan”. |
2016/2017 | Kunstacademie “DE WERKER”. |
Door de jaren heen heb ik ook nog verschillende workshops en masterclasses gevolgd.
Everswinkel | Duitsland 2016 |
Galerie Smederij | Sappemeer oktober/november 2014 |
Kunstroute ‘Paradepaardje’ | augustus 2014 |
Kunstroute ‘ textiel leeft’ | Aalden 2013 |
Galerie Steenwijk | 2013 |
Verhildersum | Leens 2011 |
Begraafplaats Selwerderhof | Groningen 2011 |
Grote kerk | Alkmaar 2009 |
Martinikerk | Groningen 2016 |
Everswinkel Duitsland | oktober/november 2014 |
Martinikerk | Groningen 2012 |
Gemeente Groningen DIA | 2011 |
2016/2017 | Meerdere kranten |
2012 | Boek ‘Vilten is voor mij’ (samengesteld door Ellen Bakker) |
2013 | Boek ‘Meer dan Textiel’(samengesteld door Ellen bakker) |
Ik heb plannen om een rouwkunstwerk te maken van knopen die worden voorzien van een stukje stof. Het eindresultaat wil ik graag exposeren. Om dit project te kunnen realiseren, heb ik uw hulp nodig. Ik zoek lapjes stof van een kledingstuk van een overleden dierbare. Afmeting van de stof 20 x 20 cm. Graag naam van de overledene er bij vermelden. Als het rouwkunstwerk klaar is zal ik dit op mijn website vermelden. Aangezien ik veel knopen moet hebben zal dit zeker niet eerder zijn als in 2022.
WIE REALISEERT ZICH HOE BROOS DE WAND IS DIE ONS SCHEIDT VAN DE EEUWIGHEID?